Meerkerk: beschrijving van ’t dorp (1749)

Meerkerk: beschrijving van ’t dorp (1749)

In de Hedendaagsche historie* […] uitgegeven te Amsterdam […] in 1749 staat een beschrijving van meerdere dorpen in de Alblasserwaard. Meerkerk wordt in dit boek als volgt beschreven:

Meerkerk, ’t welk met deszelfs Ambacht ten oosten en westen van de Bazel- en Souwendijk legt, is eigenlijk verdeeld in twee heerlijkheden, als de heerlijkheid van Meerkerksbroek en de heerlijkheid van Bloemendaal. Zij bestaan te samen in drie polders Meerkerksbroek en Bloemendaal, gelegen beneden den Souwe- en Bazeldijk in den Alblasserwaard, en Kwakernaak ten oosten van den Bazeldijk in de Vijfheerenlanden.

Deze heerlijkheden grenzen in het noorden aan Ameide, in het oosten aan Lakerveld en Leerbroek en in ’t zuiden en ’t westen aan Noordeloos. Voor deze polders zijn 1487 morgen en 100 roeden land in de quohieren der Verpondingen aangetekend, doch onze medegedeelde berichten melden niet meer dan van 1448 morgen. Het getal der huizen wordt in de lijst op 148 begroot.

In Meerkerksbroek langs den Souwendijk aan de Zederik staat het dorp Meerkerk, dat wel niet groot, maar sedert den aankoop der Heerlijkheid door den tegenwoordige ambachtsheer aanmerkelijk verbeterd is. Hier staat een deftige grote kerk, die vrij oud is, met een spits torentje, ’t welk op de hoogte der afscheiding van de kerk en het koor uit het dak rijst.

In Kwakernaak heeft de heer van Meerkerk in den jaare 1738 en 1739 een deftig heerenhuis gebouwd, en met aangename beplantingen bij hetzelve versierd. Aan de Zederik heeft Meerkerk een tolbrug over die boezem. Zij staat op stenen pilasters, die overgebleven zijn, toen de Fransen, in den jare 1672 de drie stenen bogen over deze boezem hebben ingeslagen. Meerkerk was in vroeger tijden een hoge heerlijkheid, gelijk blijkt uit het reglement van de scherprechter, en uit zekere bewoordingen omtrent het aanduiden van zekere landen, als belendingen van den Galgen-Akker. Zij behoorde weleer aan den Huize van Herlaar, ’t welk door huwelijk aan dat van Vianen gekomen is.

De ambachtsheer heeft, behalve het recht van Verkiezing der regering en van de predikant ook dat van het aanstellen van een hoogdijkheemraad in den Alblasserwaard. Tot het vinden van de dijklasten van dezen Waard betaalt Meerkerk voor 873 morgen en Bloemendaal voor 335 morgen. In het opnemen der rekeningen van den Alblasserwaard, heeft deze heerlijkheid twee toerbeurten: één voor Meerkerksbroek en één voor Bloemendaal. Op de vergaderingen, welke ten dien einde beschreven worden, verschijnt de schout met zijn waardslieden uit beide plaatsen en heeft met dezelve twee stemmen. Ieder der polders van Meerkerk heeft twee waardslieden of laagdijkheemraden. De ambachtsheerlijkheid van Meerkerk behoort tegenwoordig aan den Heer Mr. Everard Francois Schimmelpenning, raad en rekenmeester van zijne Hoogheid, de heer Prins van Oranje en Nassau, Erfstadhouder enz, enz, enz.

*Volledige titel: Hedendaagsche historie, of tegenwoordige staat van alle volkeren, XVIIde deel, beschrijving der Vereenigde Nederlanden, en wel in het bijzonder van Holland, uitgegeven te Amsterdam bij Isaak Tirion  in de Kalverstraat, het 9e huis van de dam, in Hugo Grotius 1749 (pagina 528 en 529).

Op het dorpsplein van Meerkerk.
Mei 1918: de tolbrug bij het Brughuis wordt weggehaald, de weg bestraat.
Bij het Brughuis: een kijkje richting Lexmond
Bij het Brughuis, maar dan vanaf de kant van Lexmond. Iets naar achteren is de tolboom nog te zien, die dicht ging als er gerij aan kwam. Er moest dan eerst betaald worden. Vanaf mei 1918 was de weg tolvrij.

Bron: https://geschiedenisalblasserwaard.wordpress.com/category/meerkerk/